
“Mijn lieve broers en zussen wil ik niet belasten.”
Gast Anneke van Megen aan het woord
Drie weken geleden trok Anneke van Megen de deur van haar appartement voor de laatste keer dicht. Het idee dat ze er niet meer terug zou komen, greep haar aan. Tegelijkertijd is ze blij met de verhuizing naar het hospice. “Ik wist van andere mensen dat het hier goed was. Mijn lieve broers en zussen wil ik niet met de zorg belasten. Hier kunnen ze gewoon op bezoek komen.”
Anneke van Megen is geboren en getogen in Nijmegen. “We waren met zeven kinderen thuis. Het was een warm huis. Weinig luxe maar altijd gastvrij. Ik heb een heel fijne jeugd gehad, daar kijk ik goed op terug.” Dat geldt ook voor haar werkzame leven als kraamverzorgster, eerst bij mensen thuis en later vele jaren in het CWZ-ziekenhuis. Tijdens haar opleiding kreeg ze nog les van een zuster in het klooster, waar nu het hospice gevestigd is. In die 45 jaar heeft ze heel wat kinderen mee op de wereld gezet, waaronder veel van haar eigen nichtjes en neefjes. Dat schept een bijzondere band. “Ze zijn er erg mee bezig, dat ik nu hier ben. Als ze op bezoek komen, knuffelen ze me bijna de stoel uit.”
vierdaagse
Ze is een echte wandelliefhebber, dertig keer liep ze de Vierdaagse mee. Het lopen gaat de laatste weken moeilijker. Daarom gaat ze op advies van de arts met de rolstoel naar de huiskamer om daar twee keer per dag koffie te drinken. “Ik moet hier veel hulp vragen, daar kom ik niet onderuit. Maar de mensen zijn geweldig. Ik hoef maar op een knopje te drukken, dan komt er iemand. Als ze tijd hebben, masseren ze mijn voeten en als het eten niet bevalt, maken ze wat anders voor je. Als ik 25 jaar jonger was, ging ik hier morgen meteen vrijwilligerswerk doen. Je kunt bij het hospice zoveel voor mensen betekenen.”
persoonlijk afscheid
Het vele praten tijdens het interview is Anneke niet gewoon. Ze beschrijft zichzelf als een eenvoudig persoon, bescheiden, met aandacht en liefde voor anderen en voor haar werk. Zo wil ze ook herinnerd worden. Haar wens is een warm en persoonlijk afscheid. “Ik ben katholiek maar heb besloten om het niet in de kerk te doen. Ze bedoelen het goed maar de pastoor kent me niet. Daarom wil ik een persoonlijk afscheid in het crematorium. Ik heb iemand gevonden die dit gaat begeleiden, ze is al een paar keer komen praten.” Waar ze moeite mee heeft, is dat ze het zelf niet kan meemaken. “Als je een feestje hebt gegeven, kun je nagenieten. Ik vind het zo raar dat dit nu niet kan, dat ik er dit keer zelf niet bij ben.”
bij de dag
Voor het raam van haar kamer, ziet ze de eeuwenoude bomen weer groen worden. Op de achtergrond luiden de klokken van de Stevenskerk. Ze kijkt het straatje met de statige huizen van de benedenstad in. “Het is een prachtige plek. Ik wil niet weten hoelang ik nog leef, daar kom ik vanzelf wel achter. Ik leef bij de dag. Verder probeer ik het te laten rusten.”

Een reflectie op onze rol in 2022 als voorzitter
Ik loop met – in beide handen – volle boodschappentassen achter twee mensen aan richting roltrap. Plotsklaps staan ze bovenaan de roltrap stil om te overleggen. Ik bots bijna tegen ze aan. “Oeps”, flap ik er uit. Zij zegt tegen hem: “Laten we even doorlopen, we staan in de weg”.

Je doet het met z’n allen.
Ze was er vrijwel vanaf het begin bij. Na 11½ jaar, nam ze deze zomer afscheid van het hospice. Anja Martens (62) uit Elst was als gastvrouw een vertrouwd gezicht. ‘Je doet het met z’n allen voor hetzelfde doel: dat de gasten het goed hebben’. Met Anja neemt het hospice afscheid van een echte Bethlehemmer.

Luchtige mensen zie ik hier het liefst.
Zijn kamer in het hospice biedt een prachtig uitzicht op de rivier en de Waalbrug. Vijftien kilometer stroomopwaarts heeft hij zijn hele leven gewoond: in het dorpje Leuth, dicht bij de Waal. Binnenkort gaat hij weer terug. Thuis wil hij opgebaard worden, net als zijn vrouw, die 8 maanden geleden overleed aan kanker. Al zijn wensen heeft hij op papier gezet. “Daar hoef ik me niet meer druk over te maken.”